Watervallen Hardanger
12 juni: Ik heb vannacht slecht geslapen van de spierpijn. Ep heeft nergens last van, heel oneerlijk. Maar ik kan bijna niet lopen, ik wist niet dat er zoveel spieren in mijn benen zaten. Ik voelde me gisteren twintig jaar jonger, maar vandaag minstens twintig jaar ouder. Dus waren we vanmorgen al vroeg uit de veren om onze weg te vervolgen naar ons volgende onderkomen. We rijden langs prachtige plekjes. Door de vele tunnels en zo af en toe met een pontje. We voelen ons al helemaal thuis in Noorwegen. Wat een rust en wat een ruimte. We komen op sommige plaatsen bijna niemand tegen. De taal proberen we ook al een beetje te snappen. Als je nu wat Fries, wat Drents en wat Engels hebt en je klutst dat een beetje door elkaar dan kom je al een heel eind. Een school is hier Skole, wegen zijn vegen, vooruit is forut. Niet dat we er straks wat aan hebben als we weer thuis zijn maar je moet toch iets te doen hebben onderweg. Ook het Noorse geld begint te wennen. We betalen zoveel mogelijk contant want wij vinden het best wel wat hebben die vreemde valuta.
We genieten met volle teugen: een lekker muziekje vanaf de cd, heel prettig gezelschap en een geweldige omgeving. Hier zijn geen mensenhanden aan te pas gekomen, de natuur heeft het allemaal zo bedacht, het is erg overweldigend allemaal. Die hoge bergtoppen met sneeuw en dan die watervallen die naar beneden stromen. En als we dat al prachtig vonden kwamen we bij de watervallen van Hardanger: Spectaculair! Het lijkt wel steeds mooier te worden, wat is Noorwegen een geweldig mooi land. En wat zijn de mensen aardig en behulpzaam. En relaxed. Misschien komt dat door de rust hier.
Uiteindelijk gaan we op zoek naar ons hotel. De navigatie zegt:" u hebt uw bestemming bereikt", maar er is geen hotel in de buurt te zien. Nog maar een eindje verder rijden, en weer terug. Nou zeggen we tegen elkaar dat wordt in de auto slapen. Uiteindelijk gaan we bij een garage vragen en die wijst ons de plek waar we ook al eerder waren. We konden niet bellen want zo hoog in de bergen hebben we geen bereik. Wat nu?
Gelukkig komt er een politiewagen aanrijden, met twee hele leuke, aardige agenten. Mijn echtgenoot houdt ze staande en vraagt of zij van het hotel weten.Zij willen ons wel even helpen. Ze slaan gelijk aan het bellen, want zij weten ook niet van een hotel hier in de buurt. Binnen de paar minuten komt er een mevrouw aanrennen. De eigenaar van het 'hotel'.
Ik ben Maria verteld ze, ik verwacht u al, kom maar gauw mee. Maar ook de agenten willen wel graag weten waar het hotel is. Achter dit gebouw vertelt ze, wijzend op het pand waar we al een paar keer voor hebben gestaan. Hoeveel kamers hebt u dan? Eén kamer, zei ze, en ik ben nog maar een week open. Maar dat is toch geen hotel maar een guesthouse? Lachend vervolgen de agenten hun weg.
Wij lopen achter Maria aan, alhoewel, ik strompel er achter aan, want dat vele zitten is niet bevorderlijk voor mijn stijve spieren. Maria wil weten waarom ik zo loop en heeft allerlei oplossingen: Ze heeft een massagestoel, een voetenbad maar ze wil mijn benen ook wel inzwachtelen. ……..En dan laat ze ons de kamer zien:
Heel netjes en frivool met een rond bed, bij haar in huis, maar het is wel een hotel. Voor maar een paar tientjes per nacht.