Knesset

8 november

Dit is al weer onze laatste dag in Jeruzalem. We rijden langs de muur van de westelijke Jordaanoever. Het lijkt momenteel rustig maar er is nog steeds een politiek conflict. Met name over de Heilige plekken en de status van Israël.

We stoppen bij de Knesset, grotendeels betaald door de familie Rotschild. Hier is het parlementsgebouw en deze zit grotendeels onder de grond. Wat je ziet is de bovenste verdieping. De 120 Knessetleden zitten in de vorm van de Menora, er is slechts 1 kamer.

De voorzitter zit onder de afbeelding van Herzel. Voor het gebouw van de Knesset staan kogelvrije hekken met een afbeelding van de Menora. (De menora is een symbool van het licht van geloof en hoop, dat het Joodse volk 4000 jaar geleid heeft: Psalm 67). De Menora stond in het Heilige deel van de Tempel. De Menora is geen symbool dat mensen hebben bedacht, maar het is een idee van God Zelf:– Exodus 25:31,32
U moet ook een ​kandelaar​ van zuiver goud maken. Als gedreven werk moet de ​kandelaar​ gemaakt worden, zijn schacht en zijn armen; zijn bloemkelken, zijn knoppen en zijn bloesems moeten er één geheel mee vormen. En zes armen moeten uit de zijkanten ervan uitsteken: drie armen van de ​kandelaar​ uit zijn ene kant, en drie armen van de ​kandelaar​ uit zijn andere kant.

De menora was één van de voorwerpen in de tabernakel en later in de tempel. Het is een voortdurende herinnering voor het Joodse volk om een licht voor de wereld te zijn, zoals God dat van hen verwacht (Jesaja 42:6).

Het is geen toeval dat de menora zeven armen heeft (of eigenlijk een middenstuk en zes armen). Zeven is Gods getal voor de volmaaktheid, zoals je in de regenboog zeven kleuren kunt onderscheiden en er zeven dagen in een week zitten. Met de zeven armen van de menora in het heiligdom van Israël laat God aan hen zien dat Hij in hun midden is.
Psalm 67

 

Yad Vashem

Onze volgende stop is Yad Vashem, een monument ter gedachtenis aan de 6 miljoen Joodse oorlogslachtoffers. Als we uit de bus stappen proeven we de serene rust die er heerst. We gaan eerst naar het Children memorial, gebouwd in opdracht van de ouders van Uziël, een jongetje dat is omgekomen in Auschwitz. De onafgemaakte palen die boven aan deze bladzijde staan, symboliseren de onafgemaakte levens van de kinderen die van hun moeders werden gescheiden om te worden vergast. Als je daar loopt voel je gewoon de wanhoop en het verdriet wat dat teweeg moet hebben gebracht bij die de moeders en hun kindertjes.

In de eerste hal loop je in het donker waar allemaal kleine lichtjes (sterretjes) branden. Anderhalf miljoen kinderen zijn vermoord. Allemaal onafgemaakte levens. Ondertussen worden de namen en leeftijden van de omgekomen kinderen genoemd in het Hebreeuws, Jiddish en Engels. Heel indrukwekkend. We kwamen bijna allemaal huilend naar buiten.


Hiernaast zie je het standbeeld van Kanusz Korczak, een pedagoog uit Polen. Hij was daar leider van een weeshuis. Toen de Duitsers hem kwamen vertellen dat de kinderen op transport werden gesteld, maar dat hij niet mee hoefde, besloot hij toch om samen met de andere begeleiders  met de kinderen mee te gaan. 198 kinderen gingen met hen op reis om diezelfde dag nog vergast te worden in Treblinka.


In een volgend gebouw brandt de eeuwige vlam. Dit gebouw beeld de onderdrukking uit. Het is gebouwd om de herinnering levend te houden over wat er is gebeurd. Binnen zie je de namen van alle vernietigingskampen. Westerbork staat er ook bij omdat het een belangrijk doorgangskamp was, waar veel Joden op transport werden gesteld.

In Babi Yar (Oekraïne) zijn in september 1941 binnen 48 uur meer dan 33.000 Joden geëxecuteerd. De grootste massamoord ooit.

In Nederland zijn 75% van de Joden overleden. Dat is meer dan in andere landen. Oorzaak:

  1. Het burgerlijk natiebewind. Fanatiekelingen die er alles aan deden om Joden op te sporen. Het militair bewind in andere landen had een andere prioriteit.
  2. De Nederlandse autoriteiten waren te volgzaam. Het bevolkingsregister werd te gemakkelijk vrijgegeven. De NS vervoerde zelf mensen naar Westerbork.
  3. Het verzet kwam pas in 1943 goed op gang.
  4. Er was geen vluchtroute naar een neutraal land. Nederland is bovendien te vlak en te compact.
  5. Veel NSB-ers, fanatiekelingen die 7 gulden 50 per Jood kregen, wat in die tijd heel veel geld was.

De Joden gingen in een veewagen op transport, in elke wagon 120 mensen. Ze kregen 4 dagen geen eten en geen drinken. Er waren twee emmers voor de dagelijkse behoeften. Heel veel mensen stierven al tijdens de reis van honger, kou of ze werden doodgedrukt.

In het museum is het indrukwekkend om te zien en te horen hoe overlevenden via video's hun verhaal doen. Maar je ziet ook de vele kleding en persoonlijke spullen. Er is ook een Hall of names, vol met ordners met persoonsgegevens. Hitler heeft vele jaren voor de oorlog alles al voorbereid, hij wist precies wie waar woonde enz.

Aan het eind van het museum loop je via twee enorme vleugels naar buiten en zie je de stad Jeruzalem liggen, heel vredig en zonovergoten.

Het is echt te hopen dat dit nooit meer gebeurd.

Buiten is er een Herdenkingsbos aangelegd.  Hier zijn bomen geplant door nabestaanden van niet Joden, die belangeloos Joden hebben geholpen met gevaar voor eigen leven. Er komen nog steeds namen van mensen bij. Deze komen in de gedenkmuur want er kunnen geen bomen meer bij geplant worden. De namen van Corry ten Boom, Hanny Schaft staan er ook bij. Ook Oscar Schindler, al is hij omstreden, want hij heeft niet helemaal belangeloos gehandeld.

Als we buiten komen staan er lekkere broodjes voor ons klaar en kunnen we even bijkomen van al deze indrukken en dat hebben we echt wel nodig.


Graftuin

Aan het eind van de dag bezoeken we de graftuin, de protestantse tegenhanger van de Heilige Grafkerk. Hier zou de kruisiging plaatsgevonden kunnen hebben, gezien de schedelvorm (schedelplaats) van de naastgelegen kalksteenrots, de aanwezigheid van de tuin, een cisterne voor 1 miljoen liter water en een graf. De meesten van ons hebben hier een beter beeld bij: je voelt bijna dat dit de plaats wel eens echt geweest kan zijn.

In die tijd kon je op twee manieren ter dood veroordeeld worden:

  1. De kruisdood, een Romeinse straf. Het was een trage en wrede straf. Het kon wel twee dagen duren voor de dood in trad. Jezus overleed na 6 uur.
  2. Steniging, een Joodse straf. Je werd vanaf een platform met de handen op de rug gebonden naar beneden gegooid in de steengroeve. Als je dan nog niet was overleden aan een  gebroken nek werd je bekogeld met stenen tot de dood in trad.

Het was een indrukwekkende dag, vooral voor meneer B, de oudste medereiziger, die de oorlog echt heeft meegemaakt. Hij had hele vervelende herinneringen aan NSB-ers tijdens de oorlog. Deze herinneringen kwamen allemaal weer naar boven. Wij waren allemaal ontroerd van zijn verhalen en  we huilden met hem mee. Iets waar zelf zijn dochter niets van af wist.